Onderweg
Theseus woont al zo lang hij zich kan herinneren bij zijn oom, tante en nichtje Ariadne in een dorpje in Griekenland wanneer hij op zijn zestiende verneemt dat zijn ouders vermoord zijn. Samen met Ariadne, die wel wat van de wereld wil zien, en een pratende haas, gaat hij op zoek naar de moordenaar. Langs Italië, waar ze ontsnappen aan een seriemoordenaar en haas beroemd wordt als zingende koorddanser, belanden ze via Zwitserland in het Zwarte Woud waar een boomstronk hun toekomst voorspelt. In Nederland beslissen ze na een cruciale ontmoeting met de minotaurus om zich in Brussel te gaan vestigen.
Klinkt bovenstaande als heel wat door elkaar geklutst? Dat is het ook. Er is het mythologische verhaal van Theseus, Ariadne en de minotaurus uiteraard als basis. Maar ook Romulus en Remus komen aan bod, pasta alla Norma, citymarketing, Jacques Brel ... Toegegeven, je hoeft niet alle referenties te snappen om het verhaal te begrijpen, maar je vraagt je toch af wat een negenjarige lezer er aan heeft. Al die verwijzingen creëren een afstand, maken het avontuur minder spannend en meeslepend. Fantasie mag, graag zelfs, maar een West-Vlaams sprekende boomstronk is mij wat te burlesk. Prachtig bedacht daarentegen is de figuur van de verdrietverwerker. Wanneer Theseus uit een depressie klimt, komt hij een man tegen die het verdriet van mensen overneemt, huilt in hun plaats, en zo hun verdriet verwerkt. Het geslacht van verdrietverwerkers waar hij toe behoort heeft zo al de Tiber helemaal vol gehuild en ook meegehuild aan de Adriatische en de Middellandse Zee. Ontroerend en grappig tegelijk.
De illustraties van Astrid Verplancke bieden een grote diversiteit qua kleuren, materialen en perspectieven. Mooi om te zien maar ze versterken nog de vervreemding tussen lezers en de figuren die het boek bevolken.