Dit beeldwoordenboek gaat over twee families met telkens twee kinderen. Het ene gezin heeft een kat, het andere een hond. Tim en Jelle wonen naast Lotte en Bas. De prenten gaan over de vertrouwde omgeving van de kinderen. Het begint met de ochtend in hun eigen huis. Op een dubbele bladzijde staan de twee huizen met hier en daar een doorkijkgaatje waardoor een detail uit de prent gelicht wordt. Over de prent kan er heel goed gepraat worden. Het vervplg bestaat uit een anderhalve bladzijde met vragen en details van de prent met het juiste woord eronder. Bijvoorbeeld: een doos waarin het speelgoed mooi opgeruimd zit, krijgt het woordje 'net' eronder; de doos met alles er rond verspreid krijgt het label: 'slordig'. Er staan ook richtvragen bij die het zoeken kunnen begeleiden en waardoor kinderen uitgenodigd worden om te praten. Op de zijkant van de tweede bladzijde staat een rij plaatjes met woorden. De kinderen zoeken de afgebeelde personen of voorwerpen op de grote prent. De tweede prent gaat over 'Op school'. Dezelfde manier van zoeken en praten wordt hier gevolgd. Daarna komen de speeltuin, de supermarkt, de boerderij en tenslotte de stad en het verkeer aan bod. Regelmatig duiken dezelfde personen opnieuw op, de postbode bijvoorbeeld.
De illustraties zijn aantrekkelijk en duidelijk. Het boek is stevig. Het is geschikt om de woordenschat van jonge kinderen en anderstaligen te verrijken. De prenten kunnen ook gebruikt worden bij verschillende belangstellingscentra.