In oorlog: de geschiedenis van het oorlog voeren

Keizer Qin vrolijkte zijn soldaten op met acrobaten en goochelaars, buskruit ontstond dankzij de zoektocht naar een levensverlengend middel en Caligula liet zijn soldaten schelpen verzamelen als ‘oorlogsbuit’. Weetjes bij de vleet in deze informatieve verhalenbundel over de geschiedenis van oorlogsvoering. Van het Mesopotamië in het 3e millennium voor Christus tot vredesmissies in Afghanistan en de fregatten in de moderne oorlogsvoering: In oorlog schotelt je een breed arsenaal aan minder vredige scharniermomenten uit de geschiedenis van de mensheid voor. Met uitzondering van de alleroudste oorlogen vertrekt elk hoofdstuk vanuit een anekdote of een verhaal van een personage of een getuige van het conflict. Soms wordt een complexere of langdurige oorlog belicht met behulp van verschillende hoofdstukken, meestal behandelt één hoofdstuk één conflict. De Eerste Wereldoorlog krijgt bijvoorbeeld gestalte door een anekdote over het potje voetbal op Kerstmis tussen vijandige soldaten op een streepje niemandsland, maar ook in het verhaal over de heersende vrees voor de ‘Rode Baron’, een Duitse volksheld met onoverwinnelijke status als gevechtspiloot.

Chronologisch geordend en inhoudelijk logisch in opbouw, leer je al lezend bij over de ontwikkeling van wapens en mobiliteit doorheen de tijd en hoe die ontwikkelingen impact hebben op strategie en tactiek, zoals buskruit en de daaruit evoluerende belegeringsmethoden. Het verhalende karakter zorgt voor een fijne leeservaring: Picasso’s weigering om de Guernica uit de doeken te doen, Eveline Schmidt die het Oost-Duitse schrikbewind met haar baby in de armen en kruipend door de modder ontsnapt en de droom van Willem de Veroveraar die werkelijkheid wordt … Hoewel de personages niet de tijd krijgen om te worden uitgediept, slaagt de schrijver er wel in om te beklijven en je op sleeptouw te nemen, vooral in de meer recente verhalen. Niet zo gek, gezien de bronnen voor recentere conflicten gemakkelijker en talrijker voorhanden zijn. De verhalen uit Mesopotamië en het Romeinse Rijk blijven daarom wat meer aan de oppervlakte en krijgen meer de stijl van een geschiedenisles. De verhalen worden vaak vanuit een Nederlandse invalshoek benaderd, maar dat zit het leesplezier niet noodzakelijk in de weg omwille van de meeslepende schrijfstijl. Hier en daar miste ik een goede bronvermelding – zoals bij het Poppies-gedicht van John McCrae dat ervoor zorgde dat de klaproos een internationaal symbool werd voor de Eerste Wereldoorlog. In een geschiedenisboek geen overbodige luxe, lijkt me.

De illustraties van Roland Sillem zijn niet altijd consistent. Je zou ook kunnen zeggen dat ze evolueren met hun tijd. Zo zie je weinig herkenbare gezichten in grillige en nonchalante lijnen bij de oudste conflicten die worden beschreven (de Oude Grieken hebben een erg anoniem karakter, terwijl de Afghaanse vrouwen in de illustratie bij het hoofdstuk rond recentere vredesmissies meer uitgesproken gelaatstrekken hebben). De illustratie van de voetballende soldaten is er één vol beweging en expressie, zwart-wit in een achtergrond van sepia en daarom opvallend anders dan de rest – maar ook treffend voor de fotografie in die tijd.