De muizenfamilie Caramel woont in Rommelland. Voor muizen is het een echt paradijs: overal vind je wel iets dat je kan gebruiken en het gaat er erg vrolijk aan toe. Twee muisjes, Stippel en Snoet, luisteren graag met de andere muizenkinderen naar de spannende verhalen van Grootoom Caramel. Als hij heel goed gehumeurd is, dan vertelt hij over ‘daarbuiten’. Stippel en Snoet zijn heel nieuwsgierig naar dat mysterieuze ‘daarbuiten’ en gaan op zoek. Nu pas zie je dat ze in een circuswagen wonen. Uiteraard weten de diertjes niet wat een circus is en weten ze ook niet welke dieren ze allemaal tegenkomen. Ze weten zelfs niet wat ze zelf zijn. Hun zoektocht voert hen niet alleen naar de buitenwereld maar ook naar zichzelf. Op hun tocht komen ze allerlei dieren tegen. Ze vergelijken zichzelf daarmee om te zien of zij ook zo een dier zijn. Een olifant kan pinda’s pellen met zijn slurf, een leeuw kan de hoed van de circusdirecteur afbrullen, een kameel kan een bad vol water opdrinken en dat kunnen Stippel en Snoet niet. Maar ze kunnen wel, net als de giraf, de lekkerste blaadjes uit de hoogste boom opeten. De muisjes besluiten dat zij dus ook giraffen zijn. Dit grote indrukwekkende boek oogt heel goed. Het verhaal is echter nogal verwarrend. Muisjes die nooit buitenkomen, een giraf in het circus, waarom hebben alleen Stippel en Snoet kleren aan, ... Kinderen merken dit ook op en storen zich vooral aan de hoeveelheid tekst. Het duurt erg lang voor er een blad gedraaid kan worden en de voorlezer wordt het niet gemakkelijk gemaakt met het gekozen, cursief gedrukte lettertype. Het thema ‘wie ben ik?’ is voldoende duidelijk aanwezig, maar komt nogal ongeloofwaardig en te simplistisch over. De illustraties zijn erg warm van kleur en aantrekkelijk. Kinderen zullen de prenten zeker appreciëren en met plezier bekijken. Een mooi prentenboek, maar jammer van het rommelige verhaal!