Hond vertelt de andere boerderijdieren dat hij aan het strand een zeehond heeft ontmoet. Hond weet zeker dat er ook zeekoeien en zeepaardjes bestaan. Kip vraagt of er ook een zeekip bestaat, maar Hond zegt van niet. Kip kan en wil dit niet geloven. Ze besluit zelf op zoek te gaan naar de zeekip. De dieren vragen zich af hoe Kip dat gaat aanpakken. Kip kan niet zwemmen. Maar Kip laat zich niet kennen en begint met buizen, kurken en slangetjes te knutselen. Haar duikpak komt goed van pas tijdens haar route onder water, wanneer ze op sleeptouw genomen wordt door Zeehond, Zeekoe, Zeekat, de zeemuis, het zeevarken, ... Een vis met vleugelachtige vinnen, een 'vliegende vis',  wil graag Zeekip genoemd worden. Kips missie is geslaagd!
Het idee om landdieren en hun equivalent in zee tegenover elkaar te plaatsen is wel goed gevonden, maar had wel iets fantasierijker uitgewerkt mogen worden. (Zeemuizen en zeevarkens zijn geen fantasie, ze bestaan echt!)  De illustraties zijn erg traditioneel en ogen vrij flets en flauw van kleur. En ook de tekst is weinig opmerkelijk.