Eend wordt vroeg wakker en hoort een bizar geluid onder haar bed. Ze durft niet te kijken en spreekt varkentje aan, die buiten in het  ochtendgloren zit te vissen. Varken vindt het eng en gaat op zoek naar Beer want hij is sterk en hij kan vast helpen. Samen halen ze er nog meer dieren bij: Wolf, omdat-ie zoveel lawaai kan maken en Uil omdat hij zo slim is. Telkens het gebeuren doorverteld wordt, groeit het geluid aan zodat Uil niet anders kan dan te besluiten dat Eend in groot gevaar verkeert want dat er een verschrikkelijk monster onder haar bed moet zitten. De vier dapperen zoeken wapens om het monster te vangen en gaan naar het huis van Eend. Voorzichtig kijken ze onder het bed en wat blijkt? Ze hebben zich bang laten maken door een piepklein muisje dat vredig in een doosje ligt te slapen.
Het herkenbare thema over de angst voor een monster onder je bed is mooi uitgewerkt. Verhaal en illustraties vormen een mooie eenheid. De pasteltinten en het gebruik van lichtinval (clair-obscureffect) roepen de juiste sfeer van het ochtendgloren op. De emoties van de dieren zijn heel duidelijk aan de illustraties af te lezen; hun expressie is werkelijk heel opvallend. Er zit een goede spanning en dynamiek in het verhaal waarbij de dieren, ieder met een typerende eigenschap mee willen helpen, zoals de sterke beer, de wijze uil, de wolf die angstwekkend kan janken.
Het boek heeft tevens een filosofische inslag: je merkt duidelijk hoe een verhaal door doorvertellen en overdrijving een eigen leven gaat leiden.
Een goede voorlezer zal zich met dit boek helemaal kunnen uitleven: hij kan de spanning langzaam aan opbouwen, naar de (anti-)climax toe en hij kan volop gebruik maken van de monster-geluiden die in sterkte toenemen!