Harley en David, twee tieners, vinden in een verlaten straat een auto die niet afgesloten is en met de sleutels in het contactslot. De verleiding is groot. Harley, het haantje-de-voorste, overhaalt David, die niet voor een bangerik wil doorgaan. Ze stappen in maar tot hun grote verbazing ontvoert de auto hen. Hij brengt hen naar een mysterieus onderzoekscentrum waar vreemde dingen gebeuren. Het lijkt een centrum voor het onderzoek van bomen maar er gebeuren eigenlijk totaal andere dingen. Het leven van David en Harley komt in gevaar maar ze worden gered door Quinta ,een geest die ooit hetzelfde overkwam. Zij zal niet rusten vooraleer ze wraak heeft genomen op dokter Fabrice en dokter Winnie Finney. Het is een dun boekje met korte hoofdstukken en een ruime bladspiegel. De taal is heel eenvoudig én van het populaire soort, met woorden zoals wauw, te gek, te gaaf. De titel dekt de lading niet maar klinkt heel spectaculair. Af en toe, bij spannende delen, wordt een stuk tekst cursief gedrukt. Het ziet er echt uit als een boek voor niet zo leesgrage jongeren. Maar de inhoud is behoorlijk teleurstellend. De personages zijn niet meer dan typetjes. Harley heeft een grote mond maar is echt niet zo stoer als hij zich voordoet. En David is de bangerik, die meedoet om geen gezichtsverlies te lijden. Het verhaal is erg voorspelbaar en de ontknoping nogal chaotisch met weinig details. Opeens zijn David en Harley weer thuis en kijken ze terug op hun avontuur. Het onderwerp waar het werkelijk om draait - diefstal van organen - is nogal moeilijk voor deze doelgroep en werd onvoldoende uitgewerkt.