Optimisme is dodelijk

Met dit boek is Susin Nielsen er weer in geslaagd om psychologische verhalen voor dertienjarigen wat luchtiger te maken. Ze behandelt in dit boek de fobieën van Petula, die ze opvoert als ik-personage. Deze fobieën zijn het gevolg van de dood van haar kleine zus, waaraan Petula zich schuldig voelt. Hierdoor heeft Petula regelmatig last van angstaanvallen en vermijdt ze "gevaarlijke" situaties. Ze houdt zich immers geobsedeerd bezig met het zoeken naar bizarre dodelijke ongevallen die in de krant staan, om zo veel mogelijk het gevaar voor zichzelf en haar omgeving te kunnen verminderen. Je kan je al wel voorstellen dat dit gedrag heeft geleid tot het einde van Petula’s normale sociale leven.

De enige plaats waar zij nog wel met leeftijdsgenoten moet praten, is in de lessen creatieve therapie. Hoewel deze groep elkaar eerst bestempeld als “gek”, brengt de komst van nieuwkomer Jacob hier verandering in. Hij slaagt er niet alleen in om iedereen zijn eigen verhaal op zijn eigen manier te laten brengen, hij weet ook het hart van Petula te veroveren en haar zo beetje bij beetje meer zelfvertrouwen aan te reiken. Tot Jacobs eigen verhaal boven water komt ...

Dit verhaal is echt niet zo negatief als de inhoudsbeschrijving misschien laat uitschijnen. Het boek leest erg vlot. Dit komt niet alleen door het vlotte taalgebruik, maar ook omwille van de talrijke dialogen. Deze dialogen zijn erg luchtig en doorspekt van een milde dosis humor. Schaterlachen zal je niet doen met dit boek, maar een glimlach kan je soms niet onderdrukken. Hoewel het verhaal niet voorspelbaar is, lijkt elke wending erg waarschijnlijk. De aansluiting die de schrijfster vindt bij de leefwereld van hedendaagse tieners zal ervoor zorgen dat je jezelf snel in het boek verliest.