Ossip en de onverwachte reis
De kabouter Ossip wacht in zijn theepot-huisje tot de broodjes zijn afgekoeld, en tot de persoon voor wie hij ze heeft gebakken, thuiskomt. Maar dan ontdekt hij een rode draad voor zijn huisje en kan hij het niet laten deze te volgen. De draad brengt hem door de lucht, tussen de knuffels, door een keuken, over het water, langs een spinnenweb, ... Tot hij uiteindelijk weer thuis belandt en ontdekt dat er niet veel overblijft van de rode pinnenmuts van zijn thuisgekomen kaboutervriendinnetje Wawa.
De cover oogt zeer aantrekkelijk en doet je misschien niet meteen aan Annemarie van Haeringen denken. Rode lijnen kriebelen zodanig door elkaar heen dat je al heel goed moet kijken om er figuren in te ontdekken. Op de schutbladen schieten rode puntmutsen als pijlen rond. En bij de eerste pagina ben je helemaal verkocht: de kabouter Ossip, met een puntmuts die langer is dan hijzelf, zit op de drempel van zijn omgebouwde theepot met fijne blauwe beschildering. Rook komt uit de teut, slechts enkele grassprietjes in waterverf suggereren het landschap. Gaandeweg worden de illustraties steeds drukker, waarmee ze goed de wervelwind illustreren waarin Ossip is terechtgekomen. In die illustraties valt eindeloos veel te ontdekken: een half afgewerkt portret van zichzelf bijvoorbeeld, wanneer hij op de tekentafel van de illustrator belandt. Of Kleine Ezel van Annemie van Haeringen tussen de knuffels. Ossip zijn naam in scrabbleletters. Of Wawa haar naam in het logo van de Converseschoen. Niet alleen de rode draad loopt door op alle bladzijden. Wanneer je goed kijkt, ontdek je tussen elke bladzijde nog een andere link: de snavel van de vogel die Ossip zal oppikken, de muis die hem zal vervoeren, de erwtenpeul waarin hij overvaart. Tegenover de leegte van het begin staat het gezellige samenzijn op het einde, badend in een paarse gloed.
De tekst kan me minder bekoren. De enkele zinnetjes staan relatief los van elkaar en voegen niet echt veel toe aan de schitterende illustraties die het hele verhaal dragen.