Over goden en reuzen
Verhalen uit de Edda
Uit het grote Niets ontwikkelden zich na eeuwen en eeuwen de mistige ijswereld Niflheim en de vlammende vuurwereld Muspelheim met daartussenin een grote gapende leegte Ginnungagap. In deze werelden ontstonden de eerste levende wezens: de rijpreus Ymir en de oerkoe Aughumla die met haar melk de reus in leven hield. Uit de oksels van Ymir werden vervolgens nieuwe rijpreuzen gevormd, een man en een vrouw die zorgden voor een talrijk nageslacht. Na eeuwen en eeuwen likte de koe Aughumla nog een geweldige reus uit het ijs en tot diens nageslacht behoorden de eerste goden waarvan Odin, de Alvader, de belangrijkste is. De Goden creëerden uiteindelijk de mensen en een plaats voor hen om te wonen: Midgard. Zij zelf bevolkten een eigen woonplaats: Asgard. Om al dat fraais te kunnen maken, moesten de goden eerst de stokoude oer-reus Ymir doden zodat ze met delen van zijn dode lichaam de aarde vorm konden geven. De mensenwereld Midgard ommuurden de goden bij wijze van beveiliging met de wenkbrauwen van Ymir ...
Deze complexe scheppingsverhalen maken deel uit van de Noordse mythologie zoals die is overgeleverd via de verhalen uit de Edda. Simone Kramer vertelt ze na en laat de lezer kennis maken met Thor en zijn hamer, met de listige Loki, met reuzen en dwergen en met dappere helden zoals Sigurd die de draak Fafnir doodt en diens fabelachtige schat buit maakt. Deze Sigurd is wellicht beter bekend uit het latere Nibelungenepos waar hij de drakendoder Siegfried wordt.
'Over goden en reuzen' is een fraaie uitgave geworden met vele, levendige kleurtekeningen van Els van Egeraat. Kramer heeft al heel wat literair, historisch erfgoed naverteld en toegankelijk gemaakt (denk bijvoorbeeld aan Odysseus, de Griekse tragedies, middeleeuwse verhalen zoals Parcival en Reynaart de Vos). Zoals vaak bij de publicaties van Simone Kramer blijven de toelichtingen bij de tekst tot een minimum beperkt: voorin een halve pagina over de situering van de Edda en achteraan twee pagina’s met een namenlijst. De nieuwsgierige lezer die meer duiding en historische omkadering wenst, blijft toch wel op zijn honger zitten.