Vijftig verhalen van de oertijd tot nu vormen de geschiedeniscanon voor Nederlandse scholieren. Drie auteurs hebben op de tijdsbalk informatie geplaatst over de belangrijkste gebeurtenissen uit de geschiedenis vanaf de steentijd: de Romeinse periode, de middeleeuwen en de Gouden Eeuw, de kolonies, de hedendaagse tijd, Wereldoorlog I en II. Ook rond de voornaamste vorsten, helden, wetenschappers en kunstenaars worden verhalen geweven: o.a. Karel de Grote, Floris V, Erasmus, Karel V, Willem van Oranje, Hugo de Groot, Rembrandt, Michiel de Ruyter, Christiaan Huygens, Spinoza, Napoleon Bonaparte, Koning Willem I, Max Havelaar, Vincent van Gogh. Het boek eindigt met een pleidooi voor de Europese Unie. Vaak vormt het verhalende gedeelte na de historische inleiding de zwakke schakel in het geheel.
Een anachronistische naam in de Romeinse tijd is Effi. “Hebban olla vogala” wordt alweer opgevoerd als een liefdesversje in plaats van als een religieuze verzuchting. Knappe waterverfschetsen van Els van Egeraat.