PAARD

en de roddelkippen

Na zijn pensioen valt Paard in een zwart gat. Toen hij de kar van Baas nog trok, had hij een doel. Het was zwaar werken maar Paard genoot ervan. Nu mag Paard rusten zo veel als hij wil. Boer zorgt goed voor hem, met lekker mals gras en veel meer tijd dan hij nodig heeft. Gelukkig heeft Paard als steun en toeverlaat van de andere boerderijdieren nog een andere belangrijke rol. Dan ontdekt Paard dat hij een bijzonder talent heeft: hij kan prachtige portretten maken. Paard gaat meteen aan de slag en portretteert zijn vrienden van de boerderij. Het talent van Paard is buitengewoon. Hij legt het mooie van elk dier vast in zijn werken. Alle dieren willen een schilderij, en Paard wordt weer net zo gelukkig als vroeger. Op een dag is een kip allesbehalve tevreden met haar portret. Ze vertelt lelijke dingen over Paard. De andere kippen kakelen haar na. De rest van de boerderijdieren zwijgt. Paard kan het geroddel niet meer verdragen en verlaat het erf.

Brigitte Minne windt er geen doekjes om. Ze vertelt in klare taal het verhaal van een gemene roddel. Een roddel die start bij een misnoegd iemand, die groter wordt en zich als een ziekte verspreid. Je leest hoe vrienden zich slecht voelen, maar wel gewoon zwijgen. Ze laat je voelen hoe Paard onder de gemene woorden bezwijkt en vlucht. Hij heeft het moeilijk om terug vertrouwen te geven, zeker als hulp uit onverwachte hoek komt. Of zat hij daar zelf altijd al fout? Gelukkig is er hoop voor Paard. Hij vindt een plek waar men hem ziet voor wie hij is. Een plek waar gemene roddels direct gestopt worden en waar dieren voor mekaar opkomen. Als het geroddel op zijn hoogtepunt is, beperkt Minne zich tot één zin per regel. Je wordt hierdoor als (voor)lezer gedwongen de gevolgen van de woorden door te laten dringen. Woorden die gevoelsmatig belangrijk zijn, worden benadrukt door kleur en een groter lettertype.

Het gevoel dat de tekst van Minne oproept, wordt versterkt door de illustraties van Naomi Kerkhove. Ze kiest voor grove penseelstreken en donkere, dreigende kleuren. Haar illustraties zijn prachtig in hun rauwheid. De perspectiefloze, haast abstracte weergave van de boerderijdieren zweeft tussen de werken van Gaugin en de Vietnamese schilder Hao Truong Dinh (die het boerderijleven vaak als thema gebruikt). De dreigende sfeer die van de tekening uitgaat, deed me terugdenken aan de verfilmde versie van 'Animal farm' van Orwell (1954). De bijzondere illustraties maken dit prentenboek misschien iets minder toegankelijk, maar net daarom ook zo bijzonder.

Eén individu kan een hele groep beïnvloeden.

Stilzwijgend toezien verergert alles. 

Hulp kan uit een onverwachte hoek komen.

Een geslaagde samenwerking tussen auteur en illustratrice kan resulteren in een prachtig, pakkend prentenboek.