Patchouli

Hij is een verlegen studiebol die geen initiatief neemt als het op meisjes aankomt. Zijn vrienden zijn stoere, doch oversekste pubers die enkel platvloers over meisjes denken en praten. En zij is een vlotte, mooie meid die vrolijk door het leven gaat. Meteen is alles gezegd over de personages Luuk, Tony en Theo en Patricia die 'Patchouli' gestalte geven: een stereotiepe en weinig uitgediepte karaktertekening. Ook over het thema in dit tienerverhaal valt weinig te zeggen. Luuk is smoorverliefd op het knapste meisje uit de klas, Patricia. Wanneer zij op de man af vraagt of Luuk verkering met haar wil, ontpopt hij zich tot een iets vlottere kerel die zelfs op de vuist durft te gaan als zijn meisje wordt beetgenomen door de grootste versierder van de school. Een tweede verhaallijn wordt gevormd door het feit dat Luuks moeder terminaal ziek is. Luuk spartelt daarom doorheen uiteenlopende emoties: verliefdheid en de onrust en het verdriet over zijn stervende moeder. Wil de auteur met deze twee verhaallijnen een erg realistische sfeer scheppen? Hij is vrij om dit te doen, maar waarom worden beide thema’s op zo’n weinig fijngevoelige manier aangebracht? Een voorbeeld: Luuks moeder ligt te kuchen en te hoesten in de kamer naast de zijn. Luuk kan het niet meer aanhoren en probeert aan andere dingen te denken. Hij droomt van Patricia en voelt zijn opwinding toenemen. In zijn verbeelding trekt Patricia de rits van zijn spijkerbroek omlaag, "graait even rond, als in een grabbelton en tovert dan iets kleins tevoorschijn, niet groter dan een naaktslakje …". Het verhaal kent ook een enorme voorspelbaarheid. Je hebt al vrij snel door dat Luuk en Patricia hét gaan doen. Als hun beider slipjes naar beneden worden getrokken, schrijft Derk Visser: "Wat laatst niet veel groter leek dan een naaktslakje, floept nu als een roltong te voorschijn!" Dat Luuks moeder op het einde van het boek sterft, is geen verrassing. Er volgt dan een mooi filosofisch gesprek tussen Luuk en Patricia over geloof in een hemel en hoe die eruit ziet. Eén ding staat vast: God roept jou onmiddellijk na je dood op en hij heeft puntoren, net als Spock in Star Trek. Beam me up! Gedaan dus met filosoferen! Kortom, 'Patchouli' sluit nauw aan bij de leefwereld van jongeren, maar of het bekoort is twijfelachtig. De 95 pagina’s zijn snel uitgelezen, want het verhaal werd vloeiend geschreven, maar de oppervlakkige en gekunstelde verhaallijn en het bedenkelijke taalgebruik om emoties te vatten, storen uitermate!