Pax
Een bijzondere band tussen een jongen en een vos, het doet meteen denken aan 'De kleine prins', de klassieker van Antoine de Saint-Exupéry. Sinds Peter een jong vosje redde, zijn ze onafscheidelijk. Als zijn vader op een dag echter als vrijwilliger tekent in het leger, brengt hij Peter naar zijn grootvader en verplicht hij hem om Pax, zo heet zijn vosje, achter te laten in het bos. Peter vindt het vreselijk, maar wat kan hij doen. Als hij eenmaal bij zijn grootvader is, dringt het schuldgevoel zich echter onherroepelijk bij hem op. Hij besluit om Pax te gaan zoeken en de honderden kilometers naar huis terug te reizen, ondanks de dreiging van de oorlog. Ver geraakt hij niet, al snel verstuikt hij zijn voet. Hij belandt in het huisje van Vola, een vreemde vrouw die helemaal alleen woont, ver van de bewoonde wereld. Hoe stug en veeleisend ze zich ook gedraagt, toch verzorgt ze hem en helpt ze hem uiteindelijk om Pax te gaan zoeken. Zijn ontroerende koppigheid en het onverzettelijke geloof in zijn missie laten ook Vola niet onberoerd. Hij weet zelfs door het pantser te breken dat ze zich door toedoen van de oorlog aanmat.
Het verhaal wordt beurtelings vanuit het standpunt van de jongen en van de vos verteld, wat meteen duidelijk wordt dankzij de icoontjes boven de hoofdstukken. Het is knap hoe Pennypacker erin slaagt het gedrag en de ervaringen van de vossen geloofwaardig te verwoorden. Dat doet ze in een bijzonder zintuiglijke taal, met veel aandacht voor geuren en geluiden. Ze heeft ook duidelijk het gedrag van vossen nauwkeurig bestudeerd, waardoor je met hen mee kunt sluipen, vechten en spelen. Ook moeilijke passages zoals de impact van een ontploffing op de vossen, weet ze krachtig onder woorden te brengen. Minder geloofwaardig is de weergave van Pax’ gedachten, vooral over de oorlog en de rol van de mens daarin. Daarin voel je te opdringerig de stem van de auteur.
Peters verhaal wordt getekend door zijn onverzettelijkheid: hij moet en zal zijn vosje redden. Tegelijk is hij kwetsbaar en dat maakt hem tot een boeiend personage: hij weet dat hij zich kan verliezen in woedebuien zoals zijn vader, ook al gelooft hij rotsvast dat hem dat niet zal overkomen. Zijn verblijf bij de ‘gekke’ Vola stelt zijn geduld in elk geval danig op de proef. De auteur schetst haarfijn hoe hun gespannen relatie hen allebei verandert en verrijkt. De inleving in dat proces is zeker een van de sterkste kanten in het boek. Minder sterk is de manier waarop de auteur haar boodschap wil meegeven. Die dringt ze af en toe wel erg duidelijk aan de lezers op en daarvoor misbruikt ze soms ook haar personages. Vola geeft wel erg vaak wijze lessen en al dan niet boeddhistische wijsheden mee, over de onzin van oorlog, over het non-dualisme, over hoe we het ‘beest Woede’ beschaafd kunnen maken enzovoort. Ook Peter deelt geregeld wijze boodschappen uit, die af en toe veel te wijs klinken uit de mond van een kind, waardoor het verhaal aan geloofwaardigheid inboet.
Toch blijft 'Pax' een boeiend boek, niet alleen omdat de auteur erin slaagt je als lezer intens te laten meeleven met zowel de avonturen van de jongen als met die van het vosje, maar ook omdat heel wat rake uitspraken je echt aan het denken zetten over belangrijke thema’s als geweld, oorlog, woede, opoffering en overgave. Aan het slot vindt Peter Pax terug en laat hij hem de vrijheid. Hij beseft immers dat zijn vosje zijn plaats gevonden heeft, meteen een duidelijke link naar 'De kleine prins'.