Peer en zijn fantasievriendjes

Een onzichtbaar vriendje is heel handig. Veel driejarige peuters verzinnen er één. De peuter in dit boek met flapjes heeft er zelfs twee: Oome-nie en Oome-na. Ze helpen Peer een blokkentoren te bouwen en glijden samen op hun buik van de hoge glijbaan. Als mama en Peer boodschappen doen, is er geen plaats meer voor Peer in het winkelkarretje want Oome-nie en Oome-na zitten er al in. Samen met zijn vriendjes eet Peer stiekem koekjes. Bij het avondeten neemt Peer extra veel appelmoes want Oome-nie en Oome-na zijn dol op appelmoes. Met z’n drieën gaan ze in bad en daarna naar bed.
Oome-nie en Oome-na zijn Peers beste vriendjes. Alleen Peer kan ze zien en met ze praten. Mama ziet ze niet en papa ook niet. Maar gelukkig spelen ze het spel wel mee. De teksten zijn voor een driejarige vrij lang en bevatten vaak dialogen. De gebruikte namen, Peer, Oome-nie en Oome-na, kunnen verwarrend zijn. De illustraties zijn geschilderd in vrolijke en warme tinten maar ogen ouderwets. De flapjes geven het verhaal een zekere spanning. De flapjes schetsen telkens een situatie waarbij mama of papa aanwezig is, terwijl onder de flapjes Oome- nie en Oome-na te voorschijn komen en mama en papa verdwijnen. 'Peer en zijn fantasievriendjes' is een weinig opmerkelijk kijk- en voorleesboek.