De jonge engel Pepijn is nog steeds illegaal op aarde als beschermengel van Hanne. Hij neemt zijn taak zeer serieus, hoewel hij heel wat hemelse regels breekt. Doordat hij met Hanne en haar vriend Lucas in mensentaal spreekt, wordt hij langzaamaan zichtbaar voor hen en dat baart hem uiteraard zorgen. Maar erger zijn de onheilspellende geruchten die de ronde doen: is Zuster Dood nog steeds in leven en is zij ervoor verantwoordelijk dat zieke kinderen in het Schoonrijk Ziekenhuis niet genezen, maar langzaam sterven? Er blijken zelfs kinderen te verdwijnen! En wie zijn de engelen met de zwaarden die de kelders onveilig maken? Is het daarom dat geen engel zich nog in de buurt waagt? Nadat ze een vreemde e-mail met een noodkreet hebben ontvangen, gaan Pepijn en zijn aardse vrienden op onderzoek uit in het Schoonrijk Ziekenhuis. Lucas komt zwaar ten val en moet worden opgenomen. Tante Angeliek is veel te druk bezig met de opening van Dokter Sebastiaan Zoetekauws Wonderkabinet om zich om hem te bekommeren en ook Lucas’ engelbewaarder blijkt heel andere prioriteiten te hebben. Pepijn en Hanne ontdekken dat hij zich samen met een aantal andere engelen om Oriël (zie het voorgaande boek) heeft geschaard. Die houdt er weer allerlei boosaardige plannetjes op na en ze hebben allemaal te maken met het Wonderkabinet, waar ten koste van jonge mensenlevens snoepjes tegen alle mogelijke kwalen worden verkocht, van puisten tot ouderdom. Het boek komt een beetje traag op gang, maar leest verder als een trein en voor je het weet kom je terecht in een web van intriges en geheimen en word je meegesleept in een spannend avontuur boordevol actie. Doorheen het hele boek hangt een onheilspellende sfeer, af en toe doorbroken met een leuke dosis humor. Naast een goed opgebouwd verhaal, is ook de karaktertekening zeer geslaagd. De ondeugende engel Pepijn heeft het soms moeilijk met zichzelf en hij maakt zich zorgen, niet in het minst omdat zijn mens steeds zo gemakkelijk in de problemen komt. De hulp die hij op het einde krijgt van zijn ‘brave’ collega’s bevestigt uiteindelijk wel dat hij eigenlijk goed bezig is, ook al trekt hij zich niets aan van hemelse wetten, formaliteiten en mogelijke straffen. Eindelijk eens een leuke reeks: Pepijn mag best nog een tijdje op aarde ronddolen.