Pestbloemen
'Ik ga je vertellen hoe het was die herfst. Ik begin met het allergrootste geheim. Ik ga het ergste opbiechten: ik wilde alleen maar dat ze zou stoppen met schreeuwen.'
Zo start het boek Pestbloemen, het begin van een ware pageturner. Magdalena reist na de dood van haar moeder (die gestorven is aan de pest) met haar zusje naar haar strenge tante die ze nog nooit eerder ontmoette. Daar zouden ze veilig zijn voor de pest. Hun vader drukt hen voor het vertrek op het hart om goed te luisteren. Eenmaal daar aangekomen verplicht de tante hen om hard mee te werken in het huishouden en krijgen ze een minimum aan zorg. Daarboven lijkt ze heel wat geheimen te hebben, waaronder een groot familiegeheim. Verder heeft ze een zeer zieke stiefzoon die ze verborgen houdt in haar kasteel.
Op een dag hoort Magdalena voetstappen en besluit te gaan kijken. Zo ontmoet ze 's nachts Axel en ze blijven elkaar stiekem ontmoeten. Er ontstaat een vriendschap en een eerste liefde. Beetje bij beetje ontdekt Magdalena wat er allemaal aan de hand is, maar dan wordt ze zelf ziek ...
De schrijver weet de sfeer in 1710 en de angst voor de pest perfect te beschrijven. Je wordt meegenomen in de geest van die tijd. Vrouwen werden verondersteld minder te zijn dan mannen, je diende te geloven in God ... Doordat er zoveel gaande is in het boek, en zo vlot geschreven, heb je het in een mum van tijd uit. De mysterieuze, ietwat griezelige sfeer met de cliffhangers op het einde van elk hoofdstuk dragen daar ook toe bij. Het einde heeft een bovennatuurlijke toets, maar past wel in het verhaal.
Een topfictieboek (met ook wat non-fictie geschiedenis) voor tieners vanaf 12 jaar.