Peter en Petra
Op een dag staan er voor de klasdeur van het eerste leerjaar in de Gustaf Wasaschool "twee pietepeuterige kindertjes. Een jongen en een meisje. Ze waren niet groter dan poppen." Ze heten Peter en Petra en zijn van het minivolk en ze willen ook naar school komen. Gunnar laat de twee mee op zijn bank zitten en hij helpt hen ook bij het oversteken van de straat. Het wordt winter en Gunnar gaat schaatsen in het park waar Petra en Peter zeggen dat ze wonen. Hij gaat hun huisje zoeken en vindt het onder de wortels van een den. Tijdens de kerstvakantie gaat Gunnar naar zijn opa en als hij weer naar school gaat, wacht hij tevergeefs op zijn vrienden. Op een dag valt er een briefje bij Gunnar in de bus. Daarin vertellen Peter en Petra dat ze verhuisd zijn en dat ze hem missen omdat hij een fijne vriend was. Een lief en gezellig verhaal, zoals je van Astrid Lindgren kan verwachten. Het hoort niet tot haar topwerk maar het boek is heel leuk om voor te lezen in een eerste klas. De naïeve tekeningen in pastel zijn charmant.