Dit kartonboekje heeft in het midden een rammelaar die je baby of peuter wel leuk zal vinden. Op elke dubbele pagina staat er een kort versje dat verband houdt met de diertjes die op deze pagina voorkomen. Zo komen Poekie Poes, de muizen, Jozefientje Kwebbeleend en Eekhoorn Hakketak aan beurt. Pieter Konijn besluit het boekje met: "Rennen, springen, rammelen, nou en of. Hop en naar beneden, met een zachte plof". De versjes zijn niet origineel en weinig opmerkelijk. De illustraties van de diertjes met hun leuke kleertjes komen wel uit de nalatenschap van Beatrix Potter; ze blijven het doen bij groot en klein.