Prinses Arabella in het museum
Wie ooit met een kleuter naar een museum ging, weet dat die je een heel andere kijk op de kunstwerken kan geven. Vanuit die ervaring vertrekt Mylo Freeman voor het volgende prentenboek in haar reeks over prinses Arabella en haar vriendjes.
Het Arabellamuseum ziet er van buiten al bijzonder uit, als een kleurrijke blokken-olifant, geïnspireerd door het Guggenheim museum van Frank Gehry. Binnen zijn de kinderen meteen gefascineerd door de reusachtige moederspin van Louise Bourgeois, eng, maar met poten waar je lekker op kunt klimmen. De dansende vrouw van Niki de Saint Phalle en het danseresje van Edgar Degas nodigen uit tot dansen. Kunstwerken roepen ook vragen op zoals ‘Waarom staan er geen bloemen in deze vazen?’, waarna de kleuters al snel snappen dat die vazen verhalen vertellen. Bij een schilderij van een blauwe vrouw merken ze hoe je kunst heel verschillend kunt ervaren: prinses Ling vindt het vreemd, maar prins Jonas net bijzonder. Arabella zelf draagt een jurk met een patroon, geïnspireerd door Mondriaan. Wat verder merkt prins Minoen dan ook op dat ze lijkt te verdwijnen in een schilderij van de kunstenaar.
Natuurlijk eindigt het boek met een feestje, met drankjes en kleurrijke cupcakes. De volwassen voorlezer die meer van kunst afweet, kan er Het laatste Avondmaal van Leonardo da Vinci in herkennen. Die herkenning wordt trouwens geprikkeld door een poster die je bij het boek krijgt. Daarop staan 13 kunstwerken die je in het boek kunt zoeken. Omdat Mylo Freeman die op een eigenzinnige manier hertekent, wacht je een spannende zoektocht vol verrassingen.
Ten slotte, natuurlijk is dit prentenboek gekleurd, niet alleen door de kunstwerken, maar ook door de personages. Daarvan maakt Mylo Freeman al lang haar k(l)eurmerk.