Ca 800 na C. Grimmar, een Ierse klerk, reist van Utrecht naar Aken. Hij wordt door de Saksen gevangen genomen. Ze sluiten hem op onder de Erenburg. Daar zitten nog vier Frankische ridders van Karel de Grote gevangen. Er wonen ook dwergen, die stevige zwaarden smeden. Grimmar kan hun het zwaard Durendaal ontfutselen. Hij geeft het aan Roeland, de neef van Karel. Dankzij de listen van de Ier verslaan de ridders de Saksen en de dwergen. Ze keren terug naar Ingelheim. Op ironische toon vertelt Grimmar Mankepoot in de ik-persoon over de strijd tussen de Franken en de Saksen. Hij zal de heldhaftige Roeland op zijn verdere avonturen volgen en zijn daden aan het perkament toevertrouwen. Wordt vervolgd. Leuk boekje in groot lettertype voor jonge lezers. Sappig Saksisch. Knappe illustraties.