Jacobs vader is op een dag verdwenen, in rook opgegaan lijkt het wel. Mijmerend in zijn vaders studeerkamer ontdekt Jacob een spiegel die een toegangspoort is naar een andere wereld. Die wereld wordt een verslaving. Nochtans is er minstens evenveel kwaad als goed in deze magische wereld, waarin dwergen, feeën, mensen en goyl strijd voeren om de macht. Dat zijn jongere broer Will Jacob uiteindelijk achterna komt, met z’n liefje Clara, is onvermijdelijk. Jacob is intussen vertrouwd met alle krachten die hier spelen, maar toch blijft de vraag of hij Will kan redden van de verstening.
In haar Inkt-trilogie heeft Cornelia Funke al bewezen een magische wereld geloofwaardig te kunnen neerzetten. Maar deze hier is wel verdomd ingewikkeld; je moet er je volle aandacht bijhouden om alle figuren en intriges te kunnen volgen. Het is een heel sombere wereld ook, waarin ook veel bekende sprookjes zich langs hun meest duistere kant laten zien. De relatie tussen Vos en Jacob, of de onvoorwaardelijke liefde van Clara voor haar Will bieden nauwelijks lichtpunten.
Twee minpuntjes nog: de illustraties bij het begin van elk hoofdstuk zijn zo klein afgedrukt dat er nauwelijks iets uit op te maken valt, en de versteende Will op de cover is zo angstaanjagend dat geen kind dit boek op zijn nachtkastje wil.