Reinhart. De vloek van het zwaard
Dit boek vertelt het levensverhaal van de twaalfde-eeuwse ridder Wolfram Reinhart, zoon van Reiner Reinhart, heer van Groenenk. Het is een omvangrijk werk geworden van 401 pagina’s want Wolfram maakt heel wat mee en bereist een groot deel van de toen bekende wereld. Als jonge ridder schuimt hij de toernooivelden af maar hij ontdekt al gauw dat de roem daar oppervlakkig en bijzonder vluchtig is. Zijn vader heeft hem bovendien voor zijn vertrek een eed laten afleggen om geen alcohol te drinken en zonder dit genotsmiddel blijft ook de roes uit, die de andere ridders overmoedig maakt. Wolfram ontdekt hoeveel kwaad het zwaard kan aanrichten, maar ook hoezeer hij dat zwaard soms nodig heeft om te zorgen dat recht geschiedt. De vloek van het zwaard dus.
Wolfram is voorbestemd om zijn vader als heer van Groenenk op te volgen en zich bijgevolg daar te vestigen, te trouwen en te zorgen voor nakomelingen. Hij vergeet echter al zijn plichten wanneer zijn vader ervoor zorgt dat hij niet kan trouwen met de liefde van zijn leven omdat zij niet beantwoordt aan verwachtingen van een edelman ... En opnieuw trekt hij er dan op uit, maar dit keer zonder gezelschap en zonder de intentie ooit nog terug te keren. Onderweg raakt Wolfram onder de indruk van de oproep van Bernardus van Clairvaux om op kruistocht te trekken en de ongelovigen te bestrijden. Maar de twijfel slaat toe wanneer hij merkt wat voor gruwelen er allemaal worden verricht onder het mom van het ware geloof. De Oosterse cultuur blijkt bovendien heel hoogstaand en verfijnd te zijn en van een veel hoger kennisniveau dan de Westerse. De leergierige Wolfram raakt hier steeds meer door geboeid en hij begint zich meer en meer vragen te stellen over het ware geloof en de juiste God. Niet alleen de Islam boeit Wolfram, in het zuiden van Frankrijk wordt hij ook bekoord door de ideeën van de katharen - al worden ze niet als dusdanig benoemd - die streven naar eenvoud en geweldloosheid.
Tijdens zijn zwerftochten leert Wolfram veel over de wereld en de lezer komt op deze manier heel wat te weten over de middeleeuwse kennis over de mens en de aarde. Belangrijke discussiepunten in de twaalfde eeuw zijn de vorm van de aarde en de bereisbaarheid daarvan. En de inzichten die men daarover formuleerde, zijn vaak verrassend modern.
Ludo Enckels brengt in deze roman een mengeling van feiten en fictie. De hoofdpersonages zijn verzonnen en waar Groenenk ligt, is evenmin te bepalen. De beschrijving van de westerse, feodale wereld en de strijd tegen de islam vormen de historische achtergrond voor de avonturen van Wolfram Reinhart waarbij de lezer wordt ondergedompeld in een boeiende periode van de geschiedenis. Het levert een spannend verhaal op dat hier en daar wat stroef overkomt door woordgebruik en zinsbouw maar dat jongeren met een interesse voor de middeleeuwen zeker zal weten te boeien.