De babychimpansee, Rickie, wordt op een ruwe manier van haar moeder weggerukt. Jagers schoten haar dood en Rickie wordt geketend in een kooi meegenomen. Voor Rickie, die twee jaar onafscheidelijk was van haar moeder, breekt er een eenzame, angstige tijd aan. Zij wordt ruw behandeld en krijgt geen eten. Toevallig wordt ze uit de handen van de jagers gered door een man die hem mee naar huis neemt. Daar leert ze leven in een woning met mensen en de hond Henri. Rickie heeft niets tekort maar mist de liefde van haar moeder steeds meer. De hond Henri wordt haar surrogaatmoeder bij wie ze de nodige geborgenheid vindt. Rickie klampt zich vast aan de vacht van Henri en deze neemt haar overal mee naartoe. Rickie wordt na een tijdje te zwaar voor Henri en heeft weeral geluk dat zij naar een weeshuis voor chimpansees kan. De schrijfster beschrijft de diepe vriendschap tussen de chimpansee en de hond. De moederliefde en de vriendschap zijn voelbaar in dit verhaal. Jane Goodall wil in haar boeken de problematiek van de bedreigde diersoorten voorop stellen en hiermee een bijdrage leveren voor hun behoud op onze mooie aarde. De illustraties zijn zeer mooi, gevoelvol en natuurgetrouw. Van de opbrengst van dit boek gaat een euro per boek naar haar stichting.