Ridder Florian in galop

Ridder Florian de Bange is –zoals zijn epitheton ornans al aangeeft – niet echt een held. Dat hoeft ook niet te verbazen, want hij is eigenlijk nog maar een klein jongetje. In zes losstaande verhaaltjes zien we hoe hij bang is voor dokter Chirurgijn, met een klein hartje naar zijn nieuwe meester gaat, belachelijk gemaakt wordt door de nar (die hij overigens flink op z’n plaats zet), riddertje speelt met de professor, de paardenrace wint, en zich over een verlaten drakenei ontfermt. Want Florian begint dan altijd wel als de Bange aan zijn verhaal, maar vaak glorieert hij op het einde. De sympathieke verhaaltjes laten zich prettig voorlezen door de eenvoudige tekst op rijm, in een niet onaardig, zij het niet perfect ritme. Daarbij is het genieten van de sfeervolle illustraties. De grote aantrekkingskracht ligt in de combinatie van middeleeuwse elementen, zoals de nar, de chirurgijn, de schrijftafels met veren en inkt en verlicht met kaarsen waar miniaturen worden getekend bij de monnik in het klooster. En anderzijds heel herkenbare gevoelens en gebeurtenissen die daaraan gekoppeld worden zoals de angst voor de klas van meester Chris.