Ieder kind heeft het recht om te spelen. Of je nu een jongen of een meisje bent, in Mali of in Palestina woont, blank bent of zwart. Iedereen heeft het recht om te spelen. Vanuit dit idee trok Johann Olav Koss naar verschillende landen met als doel de kinderen te laten spelen en sporten. Want spelen en sporten betekent zin geven in het leven, zelfvertrouwen opbouwen, respect leren krijgen voor zichzelf en voor elkaar, kinderen samenbrengen, zinvol tijd invullen, … en zoveel meer. Ondertussen lopen in verschillende landen initiatieven waarbij plaatselijke jongeren worden opgeleid tot coach. Zo een coach leert dan de jongens en meisjes van zijn/haar dorp spelen en sporten. Dit alles onder het symbool van Right to Play: een rode bal met daarop de woorden: ‘Look after yourself, look after one another.’ Precies de boodschap die zij met hun sport en spel willen brengen. Door een selectie van spelletjes, getuigenissen, verhalen en achtergrondinformatie heen maak je op een speelse manier kennis met verschillende landen, verschillende culturen, verschillende gewoontes en natuurlijk met de organisatie ‘Right to play’. Wat in ons land zo evident lijkt, namelijk spelen, blijkt dat niet in elk land te zijn … De foto’s waarmee al deze informatie wordt ondersteund, zijn vaak ronduit prachtig. Ze slepen je mee door de verschillende culturen in al hun rijkdom (en armoede). Met deze pracht en met de dikke, glanzende pagina’s doet dit boek eerder aan een fotoboek denken, een kijkboek. Maar dit is een boek om te kijken èn om te lezen, want beide zijn de moeite waard.