In de nacht dat Ronja geboren wordt, splijt een bliksemschicht de burcht van haar vader, Mattis, in twee. Ze groeit op tussen zijn rovers en trekt er in haar eentje op uit in de bossen rond de burcht. Op een dag maakt ze kennis met Birk en ontdekt ze dat ‘die botterikken van Borkarovers’ in de andere helft van de burcht zijn getrokken. Mattis en Borka zijn aartsvijanden en beide roversbenden maken elkaar het leven zuur. Ronja en Birk daarentegen zijn onafscheidelijk en halen zich daardoor de toorn van de rovershoofdmannen op hun hals. Ze trekken zich terug in de Berengrot en beleven de meest fantastische zomer, genietend van de natuur en het avontuur. Want in het bos leven niet alleen wilde paarden, maar ook vogelheksen, moenen, aardmannen en onderaardsen. De zomer gaat over in de herfst en weldra wordt het winter en zal er geen voedsel meer zijn ...
'Ronja de roversdochter' is een klassieker van formaat met een tijdloze heldin die eenieders hart weet te veroveren. Ze is slim, dapper en eigengereid en weet haar mannetje te staan tussen de ruwe rovers. Eén ding weet ze wel zeker: een rover wil ze nooit ofte nimmer worden. Haar karakter wordt goed uitgediept, evenals haar relatie met de andere figuren uit het boek. Zo is ze tegelijk zeer boos op Mattis, terwijl ze ongelooflijk veel van hem houdt en hij haar aanbidt. Birk ziet ze als haar broer en hij beschouwt haar als zijn zusje ondanks de vete tussen hun vaders. Voor Birk geeft ze alles op wat haar dierbaar is, maar soms verscheurt haar keuze haar. Toch geniet ze met volle teugen van het leven en vormt daardoor een contrast met de wat meer in zichzelf gekeerde, radicalere Birk.
Een schitterend boek over liefde en vriendschap en een zeer intense natuurbeleving. Dit boek kabbelt verder met de seizoenen en ademt bos en vrijheid. Het verhaal is bijzonder goed uitgebalanceerd en bevat spanning en avontuur, naast emoties en fantastische elementen. Mooi geïllustreerd met zwart-witprenten van Ilon Wikland.