Rosie en Moussa. Beste vrienden voor altijd
Michael De Cock is er weer in geslaagd een pareltje van een vriendschapsboek neer te pennen. In het derde deel rond Rosie en Moussa staat een nieuwe figuur centraal: Oom Ibrahim komt een tijdje bij Moussa thuis logeren. Niet zomaar, maar omdat hij eigenlijk geen papieren heeft. Rosie vindt dit alles heel gek en stelt zich de vragen die elk kind van haar leeftijd (en dus ook de lezer) zou stellen. Rosie en Moussa sluiten Oom Ibrahim in hun hart, maar hij moet al gauw weer vertrekken. Hij gaat op zoek naar wat hij zelf een ‘ezelsbaantje’ noemt en vindt er heel toevallig eentje … bij Rosies moeder. Maar ook Rosies vader, die in het tweede boek uitgebreid aan bod komt, krijgt nieuws: hij mag de gevangenis verlaten. Een rasechte cliff-hanger voor het volgende boek.
Telkens een boek verschijnt over Rosie en Moussa, voegt De Cock een paar nieuwe elementen toe. Hij zoemt afwisselend in op Rosie en op Moussa’s leven en waar er bijvoorbeeld in het eerste boek nog geen sprake is van Moussa’s moeder of Rosies vader, krijgen die in het tweede en derde deel wel een rol toebedeeld. De culturele verschillen worden hier en daar subtiel aangeraakt, maar in dit derde deel treden ze meer naar voren, aangezien Moussa’s familie meer centraal staat. De Cock heeft een vlotte schrijfstijl en ook de samenwerking met Judith Vanistendael (vooral bekend van haar graphic novels) verloopt goed. Haar ietwat karikaturale, zwierige prenten voegen een extra dimensie toe aan een verhaal dat al sterk staat op zich. Een dikke pluim, een echte aanrader.