In dit vijfde deel is Sam Smith afgestudeerd als spion en wordt hij ingezet in Antwerpen, waar sinds kort twee jongerenbendes de burgemeester en politie tot wanhoop drijven. Sam wordt gevraagd te infiltreren in de ‘Dragons’ om de bende van binnenuit te helpen oprollen. De opdracht is uiteraard niet zonder risico, en meer dan eens dreigt Sam ontmaskerd te worden. Bovendien doet zijn deelname aan de operaties van de bende zijn moraal lichtjes verschuiven. Zeker wanneer hij steeds closer wordt met Sep, één van de andere jongens. Gaandeweg wordt het duidelijk dat beide bendes slechts marionetten zijn in de handen van een politicus die koste wat het kost de burgemeestersjerp wil overnemen. Jonas Boets is gegarandeerd een James-Bondfan, maar daarnaast ongetwijfeld ook een lezer van de Alex-Riderreeks. Hij mist de taalrijkdom, de filmische stijl van een Horowitz, maar toegegeven, zijn Sam Smith leest wel als een trein. Nog wat onvolgroeid lijkt Boets’ stijl, maar mogelijk wel met potentieel. De spanningsboog buigt wel eens door, en te veel hints naar de ware toedracht worden hinderlijk op de duur. Maar toch zorgt dit er niet voor dat je het boek weglegt. Het feit dat het boek zich heel expliciet in Antwerpen afspeelt, is binnen de – vaak vertaalde - jeugdliteratuur ongebruikelijk, maar geeft wel een extra cachet.