Silas en de wolf

De wolf is weer in onze contreien te vinden en daar wil dit boek op inspelen. Selma Noort schrijft hierover een klassiek kabbelend verhaal zonder al te spectaculaire of onverwachtse gebeurtenissen. Wel schept ze hiervoor een mooie setting. In het boek maken we kennis met Silas die met zijn moeder naar het zuiden verhuist en op een appartementje boven een bakkerij gaat wonen. De kleindochter van de bakker, Rinke, wordt Silas’ beste vriendin. Silas moet regelmatig mee naar het tehuis voor bejaarden waar zijn moeder werkt. Hier sluit hij vriendschap met de blinde Johanna en maakt hij kennis met de tuinman en de kok. Wanneer Silas de wolf heeft gezien, drukt Johanna hem op het hart om dit tegen niemand te vertellen. Er zijn immers veel jagers in het dorp. Dit geheim is de basis van een hartverwarmende vriendschap. Het nieuws kan echter niet uitblijven. Wanneer de wolf enkele schapen dood bijt, keren enkele dorpsbewoners zich tegen dit bedreigde beest. De bazige Rinke besluit tegen alle adviezen in toch het bos in te gaan om te voorkomen dat de wolf gedood wordt. Silas kan zijn vriendin niet alleen laten vertrekken en volgt vanaf een afstand. Dit zorgt voor een spannende verhaallijn die zeker niet te lang gerokken wordt.

Andere lijntjes hebben al dan niet ook een maatschappelijke inslag. Zo is er de school die dreigt te sluiten omdat er te weinig leerlingen zijn, de vader van Silas die omkwam bij de ramp met de MH17 en een voorleeswedstrijd waarbij het hele dorp voor Silas supportert. Wanneer Silas in deze wedstrijd naar de finale gaat, wordt de wolf vergeten en gaan de gemoederen in het dorp weer liggen. Iedereen keert de neuzen weer in dezelfde richting om Silas te steunen.