Slaapboek

Het 'Slaapboek – Om te lezen voor het slapengaan' is het beste medicijn voor lezers die de slaap niet kunnen vatten. Jan Jaap is een kleine luis, die zo aanstekelijk gaapt dat hij met zijn gegaap een hele wondere wereld aansteekt. Zijn zeven neven, de Geeuwenbrug, de Baksteenvogels, de Zigzag-Zigoten, de Kandelaars, ... en tenslotte krijgt de gaap ook de lezer of voorlezer te pakken, of je dat nu wil of niet. Heel vreemd want het verhaal is bijzonder grappig, boeiend en levendig. Je zou kunnen stellen dat een glimlachende gaap je willens nillens overvalt.
De pentekeningen van de hand van de auteur zelf werden ingekleurd met slechts vier kleuren: groen, geel, roze en rood. De tekeningen zijn tijdloos, sommige zijn echt hilarisch te noemen en spreken boekdelen en ze vullen de tekst perfect aan. De expressie en dynamiek spat van de tekeningen af.
De auteur tovert met taal waardoor de meest gekke en bizarre woorden ontstaan. Ondanks alle gekkigheid blijft het herkenbaar. De gebeurtenissen bevatten steeds een dosis realiteit waardoor je onbewust sprongetjes maakt van de knotsgekke wereld van Dr. Seuss naar je eigen leefwereld en terug.
Een pluim voor Bette Westera die instond voor de vertaling. De vertaling is uitstekend met heel knappe alliteraties en woordspelingen.
Ik had nog nooit een Dr. Seuss-boek gelezen maar ik ben er rotsvast van overtuigd dat dit niet mijn laatste boek van hem zal zijn.