Slangenkuil
Een hete zomer in Noord-Engeland. Liam en Max volgen op hun zwerftochten door de natuur de roep van een kauw, tot ze een vondeling aantreffen. Met de baby overrompelt Liam eerst zijn vader, die vooral nooit gestoord wil worden bij het schrijven van zijn magische romans. En vervolgens zijn moeder, die het beetje bij beetje lijkt te maken als kunstenares. Het babymeisje gaat naar een pleeggezin, maar komt door omstandigheden dan toch weer bij Liam in huis. Intussen heeft Liam een band opgebouwd met andere pleegkinderen: Crystal, die het niet kan laten zichzelf te verminken, en Oliver, op de vlucht voor de oorlog in Liberia. En daarnaast is er Nattrass, die Liam onafgebroken bestookt en uitdaagt, die dweept met geweld en het tot kunstvorm verheft, die verraadt zonder de minste scrupules, die Liam tot het uiterste drijft …
Het verhaal loont zeker de moeite, maar de kracht van het boek zit ongetwijfeld in de personages: figuren die elk hun eigen strijd leveren. Liams vader als auteur, die hetzelfde niveau moet kunnen aanhouden in zijn schrijven. Liams moeder als een zoekende kunstenares, die tussendoor de vreugde van het moederschap ervaart. De verminkte Crystal die smeekt om liefde en niet weet hoe ermee om te gaan. De asiel zoekende Oliver, die worstelt met zijn verleden, en voor wie de waarheid geen optie is. En dan Nattrass, weerzinwekkend in denken en gedrag. Het geheel geeft een onwaarschijnlijke cocktail, waarin personages evengoed elkaar vinden als tegen elkaar opbotsen.