Dr. Baumont heeft via een computer cupido uitgezonden en twee tieners gestrikt die perfect bij elkaar passen. De liefde tussen hen is zo sterk dat er natuurkrachten ontstaan die de wereld kunnen vernietigen. Daarom wil een geheime organisatie hen uit elkaar halen. Ondertussen hebben Poppy en Noah de tijd van hun leven. Noah speelt inj een band en is een gevierde zanger voor wie alle meisjes in zwijm vallen. Poppy gaat naar school zoals alle tieners van zeventien en is omringd met keurige ouders en een rits vriendinnen met wie ze alles bespreekt. Het voorstadje van Londen is even proper en vriendelijk als de hele gemeenschap waar Poppy woont, soms een beetje eentonig, maar nooit saai.

De sterkte van deze jongerenroman ligt in de opbouw. Je leert een onzeker meisje kennen dat aanvankelijk niet gelooft in de ware liefde, maar plots als een bliksemslag de volmaakte liefde leert kennen. Alleen krijgt Poppy soms van die aanvallen waardoor ze geen lucht meer krijgt en flauwvalt. Ze gaat wekelijks naar een psychiater omdat haar ouders dat nodig vinden. Verder heeft ze veel plezier met haar vriendinnen, ze gaan naar optredens, ze gaan shoppen, ze studeren samen … De dialogen zijn sterk en steken vol humor, maar er is ook ernst. Je leert jonge mensen kennen die hun weg zoeken in het leven en daarbij botsen, maar ook elke dag opnieuw optrekken met dezelfde vrienden en zo vol vertrouwen naar de toekomst kijken.

Het boek is erg gelaagd. Waar in het begin van dit verhaal alleen maar tienersituaties voorkomen, krijg je aan het einde jongvolwassenen die zekerheden verworven hebben. De beschrijvingen van de spetterende verliefdheid tussen Noah en Poppy zijn zo beschreven dat je geen déjà-vugevoel krijgt. Een ontspannende tienerroman met een niet alledaags uitgangspunt.