Spekkie en Sproet gaan de opa van Sproet bezoeken want hij heeft zijn enkel verzwikt. Opa woont in het koetshuis op het landgoed van jonkheer Roderik. Opa moest er een nieuw slot op de deur zetten want er was ingebroken. Wanneer de kinderen kennis maken met jonkheer Roderik merken ze dat die erg verward is. Hij heeft zelfs een diamanten halssnoer verstopt zodat de dieven het niet kunnen vinden, maar nu weet hij zelf niet meer waar. Spekkie maakt aantekeningen in haar notaboekje want ze is echt van plan om het snoer te vinden. Sproet vindt wel dat de bedienden zich nogal verdacht gedragen en ze beginnen aan hun detectivewerk. Met behulp van heel wat spekkies en de vindingrijkheid van haar vriendje Sproet lost Spekkie weer een zaak op. Een kasteel met een onderaardse gang en verborgen panelen is daar natuurlijk een ideaal decor voor. De kinderen beelden zich allerlei geheimen in, maar eigenlijk is alles te wijten aan de vergeetachtigheid van Roderik en de 'geheime' voorbereidingen voor het huwelijk van zijn nichtje. Maar kinderen van een jaar of acht zullen vlot in het goed geschreven verhaal meegaan: het is een eenvoudige detectivestory echt op hun maat.