Spiegelwereld
Het ministerie van vreemde bezoekers
Na haar vlucht uit Oekraïne met haar moeder, belandt Iuliia in België. Tijdens een bezoek aan de kermis gebeurt er iets vreemds: ze valt door een spiegel en komt terecht in de winkel van Gertrude, de Eigenaardige Winkel voor Oude en Niet-Alledaagse Dingen. Iuliia blijkt in een bijzondere wereld te zijn beland. Niet goed wetend wat te doen, roept Gertrude de hulp in van de minister van Vreemde Bezoekers. Samen met zijn vrouw neemt hij Iuliia onder zijn hoede en laat haar kennismaken met deze vreedzame, maar bizarre wereld.
Voor de inwoners is Iuliia een bijzondere verschijning, want nog nooit eerder is er bij hen een vreemde bezoeker geweest. Wanneer Iulliia vertelt over de oorlog in haar land, reageren de ministers vol ongeloof. Oorlog kennen ze niet en vinden ze barbaars. Ook het idee dat mensen vlees eten, doet hen huiveren. Zelf leven ze op kikkererwtenspread en "troostbollen," een grappig, maar doeltreffend middel tegen verdriet. Iuliia wordt al snel in de watten gelegd, maar één vraag blijft knagen: zal ze ooit kunnen terugkeren naar haar eigen wereld?
Dit verhaal wordt op een luchtige, speelse manier verteld. Er zitten grappige verwijzingen in naar de Jommeke-strips, zoals het personage Gobelinus, een zonderlinge maar briljante figuur, en zijn kat Filibert. Ook de namen van de ministers, zoals Hilarius, minister van Vreugde, zorgen voor een humoristische noot. De inwoners eten geen vlees, maar de minister van Vreemde Bezoekers, Theodorus, wordt door zijn vrouw Bouletje genoemd, wat een knipoog lijkt te zijn. Er zijn ook verwijzingen naar vroegere ministers, zoals Jean-Luc de haan, al zullen jonge lezers dit minder goed begrijpen. Iuliaa bezoekt alle gewesten zoals 'Het gewest Noord, dit is ons oord'. Het is er kil. Ook hier herken je de verwijzing naar de kilte van sommige Europese landen ten opzichte van vluchtelingen.
De auteur verwerkt subtiel maatschappelijke thema’s in het verhaal, zoals politiek en oorlog, maar blijft daarbij eerder aan de oppervlakte. Politici worden neergezet als mensen die zichzelf graag horen spreken en vaak dezelfde dingen herhalen. Dat zorgt voor een kritische ondertoon, maar toch blijft het verhaal luchtig en humoristisch. Dankzij de vele dialogen, de vlotte schrijfstijl, de onderverdeling in korte hoofdstukken en de beperkte omvang leest het boek redelijk snel uit maar er is weinig spanning waardoor het soms wat langdradig wordt.