Spijt
Dit verhaal speelt zich af in 1251. Aleid laat zich vrijwillig inmetselen in een kluis naast de kerk. Dit is haar manier om te boeten voor een verboden liefde met Jacob. Maar heeft ze wel echt spijt? In een terugblik, die steeds cursief gedrukt wordt, kom je haar verhaal te weten. Ze vertelt over Jacob die uit een rijk milieu komt, maar toch bij het gewone volk komt helpen. Aleid leert hem kennen, wanneer hij de begijnen helpt. Aleid is nu zwanger van hem en zit als boete opgesloten in de kluis. De pastoor brengt haar geregeld bezoekjes. Maar wanneer ze op een nacht een pakje vindt, met een brief erin, besluit ze met behulp van haar vriendin te leren lezen. Eigenlijk zou ze de brief aan de pastoor moeten geven, maar Aleid wil de brief zelf ontcijferen. Het blijkt een brief te zijn van ketters. Aleid twijfelt ook sterk aan haar geloof. Ze blijft denken aan Jacob, een liefde die niet mocht zijn maar die ze niet kan vergeten. Wanneer ze bovendien een miskraam krijgt, is ze heel verdrietig en twijfelt of ze wel de goede keuze maakte.
De liederen die Jacob zingt, werden in de drtiende eeuw geschreven door Hadewijch. De vertaling hiervan vind je achteraan in het boek.