Lars Bové heeft met dit jeugdboek een echt pareltje geschreven, maar het is niet zijn debuut. In 2015 verscheen er reeds een volwassenboek over de staatsveiligheid in België. Hoewel hij als onderzoeksjournalist gewoon is om interessante teksten te schrijven, is hij erin geslaagd om het ook op jeugdniveau boeiend en speels te houden. Het boek verveelt niet omdat er enerzijds voldoende afwisseling is in de manier van brengen van informatie, zoals in stripvorm, als opdrachten om zelf spion te spelen of aan de hand van anekdotes. Anderzijds worden er steeds nieuwe onderwerpen aangesneden. Niet alleen spionage doorheen de tijd en over de hele wereld wordt bekeken, maar ook beroemde spionnen, spionerende dieren of de coolste gadgets worden besproken en getoond. Zelfs spionage-blunders krijgen een hoofdstuk in zijn boek. 

Dat spionage bij velen tot de verbeelding spreekt, is een feit. Maar dat heel wat waargebeurde geheime operaties een betere script kennen dan de meeste films, is echt niet te geloven. Het boek opent je ogen en verruimt je kijk op de hedendaagse wereld. Wie we ook zeker niet mogen vergeten is de illustrator van dit boek, want hij heeft er mee voor gezorgd dat het niet opvalt dat je heel wat moet lezen, en dat de verbeelding continu wordt geprikkeld. Yannick Pelegrin vertelt met elke tekening een verhaal op zich. De tekeningen zijn enorm gedetailleerd, om ze net als een echte spion te kunnen bestuderen en te zien of je echt alles hebt ontdekt. De sfeer is duister getint, maar toch kruipt er humor doorheen. Alleen al de paginavullende tekeningen aan het begin van elk hoofdstuk zijn de moeite om het boek te hebben. Knap werk en perfect verweven met de tekst.