Boer Jaap heeft een mooie boerderij, maar het is er een beetje te stil. Eigenlijk heeft hij een kip nodig die rondscharrelt en ook een eitje legt! Daarom rijdt Jaap op zijn tractor naar de markt. Elk dier dat hij ziet kan hij wel gebruiken. Telkens roept Jaap enthousiast: "Spring maar op de kar!" Zo verzamelt hij genoeg dieren om zijn erf en stal te kunnen vullen. En uiteindelijk vindt hij ook een kip. Maar Janna, van wie de kip was, mist haar kip en komt eens kijken hoe het met haar kip gaat. Na lang zoeken vindt ze de kip op het bed. De volgende dag gaat Jaap Janna bezoeken. Jaap en de dieren missen Janna en willen haar geraag op de boerderij. Janna springt ook op de kar en helpt Jaap met het werk op de boerderij. Wanneer ze na een drukke dag naar bed willen, liggen alle dieren in en op het bed. Ze kruipen er gewoon bij. Een eenvoudig voorleesboek met grappige illustraties. Jammer dat de inhoud zo weinig verrassend is. De figuurtjes hebben bijna altijd dezelfde uitdrukking op het gezicht. Het onderwerp is wel goed gekozen. De kleuters herkennen alle dieren. De herhaling is leuk voor deze jonge kinderen. Bij elk dier dat Jaap ziet, roept hij enthousiast: "Spring maar op de kar!" De illustraties ogen een beetje oubollig, maar dat past wel bij het verhaal.