Suikerland

Lano’s ouders zijn buitgemaakt in een oorlog en dus wordt hij als slaaf geboren. Op een dag wordt hij samen met zijn jonge meesters, Esi en haar kleine broertje Yaa door rovers ontvoerd en verkocht aan slavenhandelaars. Lano kan ontsnappen van het schip voor het de oceaan oversteekt. Yaa overleeft de overtocht niet. Esi belandt op een suikerplantage, als huisslaaf. Ze deelt er een bezemhok met Jantje, zoon van een Amsterdamse opzichter en een zwarte vrouw. De planter is meedogenloos, maar de toekomst belooft alleen maar slechter te worden wanneer zijn zoon het bewind overneemt. Zowel Jantje als Esi dromen van een ander leven. 

Suikerland vertelt hoe het leven in slavernij écht was”, belooft de backcover. Dat lijkt wel te kloppen. Zo geeft het boek geen eenzijdige kijk op de Europese handel en wandel, maar vertelt het ook hoe personen van Afrikaanse afkomst meedraaiden in het systeem, en hoe slavernij ook onderling heerste, na een stammenoorlog. De alwetende verteller kruipt daarbij in het hoofd van de twee hoofdpersonages, Lano in het eerste en Esi in het tweede deel. Zo kan je als lezer ervaren hoe leeftijdgenoten die vreselijke tijd doorworstelen. Niet alleen wat ze doen, maar vooral ook wat ze denken en voelen komt heel dichtbij. Voor beide personages kiest de auteur de stem van een volwassene in hun hoofd, die hen aanstuurt met goede raad en hen op de been houdt: voor Lano zijn dat zijn ouders, voor Esi de kokkin Ama op het slavenschip. 

Het boek is op een heel aparte manier opgebouwd: overvolle bladzijden, met nauwelijks enige witruimte boven- en onderaan wisselen af met niet meer dan één of twee zinnen naast een paginagrote illustratie. Die tekst lijkt een quote, een legende bij de tekening, maar dat is het niet. Het verhaal loopt er gewoon door, sprongen makend wel. En soms gaat dit net over de meest gruwelijke scènes, zoals een moeder die met haar kind overboord springt en dus een zekere dood verkiest, of iemand die met een arm in de suikerrietpers terechtkomt en wiens arm met een kapmes wordt afgehakt. Dat kan twee effecten hebben op de lezer: ofwel raakt het je niet omdat het als een fait divers overkomt, ofwel is die korte nuchtere stijl de enige manier om dergelijke gruwel aan te kunnen. Mogelijk komen om die reden ook de ziekte, dood en overboord gooien van het kleine broertje haast terloops aan bod. De auteur beschrijft daarbij wel het verdriet, maar ik kon het niet echt voelen. De beschrijvingen zijn wel vaker zeer expliciet, niet alleen de gebeurtenissen, maar ook de gedachten. Zo komt wel heel vaak aan bod dat Lano ergens tegenaan wil schoppen om zijn woede te botvieren, maar besluit dat niet te doen. Dat Lano zo plotseling uit het verhaal verdwijnt, is verrassend en jammer. Ook maken de vele wisselingen van perspectief het niet altijd makkelijk om te volgen. 

Dat neemt niet weg dat dit een zeer interessant boek is over een problematiek die nog te weinig beschreven is voor kinderen. Het werd zeer filmisch beschreven bovendien, met verfijnde illustraties die de sfeer van oude schoolplaten ademen, fraai vormgegeven en met een bijzonder aantrekkelijke cover.