Superheroes Superhelden

Jonas, Ayla, Zaki, Nina en Lucie wonen in België. Ze spreken Nederlands maar ze kennen nog een andere taal, want ze komen allemaal uit een land waar Nederlands niet de taal is die iedereen spreekt. Doordat ze bij elkaar in de buurt wonen, brengen ze samen veel tijd door. De activiteiten die ze beleven zijn eenvoudig en benadrukken vooral het voordeel van meertalig zijn. Zo helpt Ayla, wanneer ze samen op pad zijn, een Turkse vrouw die haar huissleutel kwijtraakte en voert Lucie de conversatie met een Franstalige man wiens kat hoog in een boom zit. De boodschap die dit verhaal meegeeft is dat het niet alleen fijn is om naast het Nederlands, ook te kunnen communiceren in je moedertaal. Maar dat talenkennis ook verbindend werkt.

Dit verhaal maakt deel uit van de serie Nik-nak-boekjes. Dat zijn tweetalige boekjes voor kinderen waarin het Nederlands steeds wordt gecombineerd met een andere taal. In deze uitgave is dat met het Engels. Maar doordat de vijf kinderen daarnaast een andere taal spreken, komen er ook Duitse, Turkse, Arabische, Noorse en Franse zinnen in voor. Op die manier nodigen ze uit om de woorden die je zelf kent in een andere taal te ontdekken.

Naast de Nederlands-Engelse versie bestaan er nog zes andere talencombinaties die je op de website kan terugvinden. De slappe cover en de tamelijk statische, brave illustraties zijn niet echt uitnodigend. De inhoud en het doel waarmee ze geschreven zijn verdienen echter wel promotie. Ze dragen ertoe bij om lezend een brug te slaan van de eigen moedertaal en het Nederlands.