't Ros Beiaard

Ca 750 na C. Kasteel Pierlepont in de Ardennen. Heem krijgt bezoek van zijn broer-tovenaar Madelgijs. Samen zinnen ze op wraak. Want Koning Karel heeft neef Huigen gedood. Karel wil het goedmaken: hij schenkt zijn zus Aye met een ruime bruidsschat aan Heem. Aye en Heem krijgen vier zonen: Ritsaart, Writsaart, Adelaart en Reinout. Op een dag brengt Madelgijs een woest paard naar Pierlepont. Alleen Reinout kan het ontembaar ros berijden. Oom Madelgijs schenkt het hem. De vier Heemskinderen worden uitgenodigd door koning Karel. In Parijs maken ze ruzie met de hooghartige Lodewijk. Reinout doodt de zoon van de koning. De vier broers vluchten naar Spanje. Wanneer de Moor Saforet hen niet vergoedt voor hun diensten, wordt de vorst door Reinout gedood. Op hun tocht door de Dordogne komen de broers bij koning Ywein terecht. Reinout wordt verliefd op de koningsdochter Clarisse. Hij huwt met haar. Met zijn broers bouwt hij de burcht Montalbaan. Koning Karel blijft zijn neven achtervolgen. Door de listen van Madelgijs kunnen ze ontkomen. Door bemiddeling van Aye komt er vrede na vele jaren strijd. Maar Karel eist Beiaard op. Het onoverwinnelijk ros wordt met molenstenen in de Seine verdronken. Reinout is ontroostbaar. Voor dit lijvig historisch verhaal zocht Agave Kruijssen inspiratie in ‘De historie van de vier Heemskinderen’. Ooit was het een volksboek. Vandaar de verschillende versies en de ongunstige voorstelling van Koning Karel en zijn zoon Lodewijk. Vlotte navertelling.