Tegen de muur op
Bibi's moeder is onlangs gestorven. Nu blijkt dat de man die haar heeft grootgebracht, niet haar echte vader is, wil Bibi op zoek naar haar biologische vader. Vandaar dat Bibi wil gaan studeren en op kamers wil in Amsterdam. Ze heeft immers op zolder een foto gevonden van haar mama met Zep, een graffitikunstenaar die in Amsterdam woont. Wanneer ze met de foto voor de winkel staat, durft ze er Zep niet onmiddellijk naar te vragen. Ze weet immers niet zeker of Zep wel haar echte vader is. Dit wordt dan ook bijzaak in het hele verhaal. Terwijl we er eigenlijk heel nieuwsgierig naar zijn. Bibi heeft als excuus dat ze een werk wil maken over graffiti en komt zo in de wereld van Zep terecht. Ze wordt verliefd op Roel en heeft problemen met de seksualiteit in haar relatie. Jammer genoeg is het geheel enorm chaotisch. De kern van het verhaal raakt op de achtergrond en er worden teveel andere thema's aangebracht. Zep is niet langer een graffitikunstenaar maar verkoopt nu 'dromen' van aboriginals en graffiti. De link tussen de dromen van aboriginals en de graffiti is niet altijd duidelijk te volgen. Deze aboriginals worden vertegenwoordigd door Paddie, die in de winkel van Zep leeft. Paddie redt Bibi van een drugsverslaafde, die af en toe in Zeps winkel komt en die Bibi's moeder ook heeft gekend. Vandaar de twijfel of hij niet Bibi's vader is. Deze verschillende thema's en verhaallijnen komen allemaal in het boek voor. Het geheel wordt daardoor verwarrend. Enkel in de laatste bladzijden, waar het enkel over Bibi en haar afkomst gaat, wordt het geheel duidelijker en boeiender. Het verhaal wordt in de ik-persoon verteld door Bibi zelf. De hoofdstukken worden onderbroken door cursief gedrukte gedachten van de aboriginal. Het geheel wordt door de verschillende verhaallijnen nogal rommelig en verwarrend en kan niet echt boeien. Jammer.