Wanneer Tijger op een morgen wakker wordt, gebeuren er allemaal ongewone dingen: zijn kussen is verdwenen, hij kan zijn buik niet zien als hij in de douche staat, hij stoot zijn beker melk om, hij knoopt zijn jas verkeerd en glijdt uit in de modder. Pas als Tijger merkt dat Aap ook pech heeft en uitglijdt, kunnen ze erallebei mee lachen. Het verhaaltje is heel eenvoudig en gemakkelijk te begrijpen door heel jonge kinderen. Eigenlijk zijn het ook niet echt gekke dingen die gebeuren maar eerder kleine verstrooidheden of pure tegenslag. Het einde vormt ook geen mooie afronding van het verhaaltje: "Wat een gekke dag. Alles gaat mis." "Geeft niks hoor, Tijger," zegt Aap. "Nu gaan we lekker spelen!" De illustraties zijn felgekleurd met veel details. Er zit echter zeer weinig variatie in de tekeningen op de verschillende bladzijden en ze komen zeer vlak over.