Tijl Uilenspiegel
Trouw tot aan de bedelzak
De picareske figuur Tijl Uilenspiegel duikt in Duitsland al in de middeleeuwen her en der op. In onze contreien werd hij een beroemdheid door het volksverhaal dat Charles De Coster in 1867 over hem publiceerde. De Coster portretteerde Uilenspiegel als een avonturier uit Damme, een soort nar die rondzwerft en allerlei dwaasheden waarop hij stuit, speels maar kritisch aan de kaak stelt. “Ik ben ulen spiegel,” zo rechtvaardigt hij als jonge kerel zijn rebelse gedrag en meteen heeft hij zijn bijnaam. Maar De Costers Uilenspiegel is veel meer dan een fratsenmaker of een tweede Reinaert de Vos. Stevig ingebed in de historische achtergrond van de geuzenvervolging in de zestiende eeuw, groeit hij uit tot een legendarische verzetsheld. Nadat zijn vader op de brandstapel sterft en zijn moeder gemarteld wordt, schaart Tijl zich achter Willem de Zwijger en bestrijdt op zijn eigenste narrenmanier de wrede inquisitie. Hij kan te allen tijde rekenen op twee trouwe bondgenoten: Nele en Lamme Goedzak. Henri van Daele herschreef het verhaal van De Coster voor de jeugd. Hij heeft naar eigen zeggen weinig toegevoegd maar wel veel breedvoerigheid en zweverigheid geschrapt en de verwoording en de humor meer hedendaags gemaakt. Zijn bewerking verscheen in 1993 bij Uitgeverij Averbode in de reeks Averbode Klassiekers en kende diverse herdrukken. In 2006 startte Uitgeverij Manteau met een luxueus uitgegeven reeks klassiekers voor adolescenten. Na Reinaert de Vos treedt Tijl Uilenspiegel daarin als tweede aan. De tekst uit 1993 werd behouden, maar voorzien van schitterende nieuwe illustraties door Klaas Verplancke. Zijn prenten roepen meesterlijk de sfeer van de zestiende eeuw op, in een stijl die doet denken aan Breughel en ook een beetje aan Bosch. Die afbeeldingen geven het boek absoluut een meerwaarde en maken het ook een stuk beter verteerbaar voor jongeren. Het verhaal zelf vereist niet alleen leesvaardigheid maar ook een dosis literaire interesse en historische voorkennis. Door de erg fragmentarische constructie biedt het verhaal niet de samenhang en spanningsopbouw die moderne lezers verwachten. Daardoor zal een aantal jongeren snel afhaken. Anderen bijten wellicht hun tanden stuk op de moraliserende en belerende vinger die geregeld opgestoken wordt. Uiteindelijk gaat het niet om een vrijblijvend avonturenverhaal maar wel om een soort van allegorie met een boodschap. Tijl staat voor ‘de geest van dit land’, Nele voor het hart van Vlaanderen en Lamme Goedzak voor de maag. Alledrie zijn ze onsterfelijk. Zij kunnen een tijdje ‘slapen’ of onderdrukt worden, maar laten zich nooit begraven. Natuurlijk is het een verdienste van Van Daele dat hij zo dicht mogelijk bij zijn bron is gebleven, maar toch had hij ten gerieve van zijn lezers de rode draad een flink stuk strakker mogen aantrekken en er liefst ook nog op tijd en stond een stevige knoop in leggen. De knappe compilerende prenten maken veel goed maar ik vrees dat deze fraaie uitgave niet het beoogde succes zal boeken bij het jonge publiek dat toch de doelgroep van deze reeks vormt. De wat oudere volwassene laat zich wellicht vlotter bekoren.