Toen de wereld nog van ons was
Drie vrienden, twee kanten, één herinnering
Dit meeslepende verhaal neemt je mee naar bijna 100 jaar geleden – 1936 – aan de vooravond van de Tweede Wereldoorlog in Wenen. Drie negenjarigen – 2 jongens en 1 meisje – zijn de beste vrienden. Ze zijn elkaars wereld. Maar langzaamaan begint daar verandering in te komen. Met als enige reden dat twee van hen Joods zijn.
Doorheen het verhaal neemt de auteur je mee op hun drie totaal verschillende levenspaden. De onzekere en schuchtere Max komt via zijn vader terecht in de Hitlerjugend. Daar geniet hij van de macht die hij heeft door de hoge positie van zijn vader. En hij wordt er al snel een voorbeeld voor de anderen. Elsa verhuist naar een buurland. Maar daardoor ontsnappen zij en haar familie slechts tijdelijk aan de terreur van de nazi’s, want een jaar later worden ze ingehaald door het nazisme en de oorlog. Leo probeert – met behulp van een bevriende Engelse familie – om samen met zijn moeder naar Engeland te ontsnappen. Maar ook daar ontsnapt hij niet aan vooroordelen.
Je wordt als lezer geconfronteerd met de harde realiteit van toen. De levensverhalen van de drie kinderen, en later tieners, ontmoeten elkaar op een aantal sleutelmomenten. Zware inhoud en de rauwe realiteit van toen worden niet uit de weg gegaan. Wel worden ze zo beschreven dat alles duidelijk en concreet is, zonder te veel in detail te gaan. Wat je wel te lezen krijgt is al gruwelijk en pijnlijk genoeg. Een geslaagde jongerenroman die je raakt.
Liz Kessler is zelf Joodse en schreef al meerdere kinderboeken. Dit is haar eerste boek met de shoa als onderwerp. Ze baseerde zich ervoor op de oorlogservaringen van haar vader.