Dit boek is niet bedoeld voor wie bang is voor vuile handen of voor wie niks om planten geeft. Dit informatieve boekje is bedoeld voor wie groene vingers wil krijgen, voor wie planten binnen, op het balkon of in de tuin wil. Het begint met een handige opsomming van de verschillende gereedschappen die je kan kopen of zelf kan maken. Dan volgt een overzicht per lentemaand: wat je binnen, op het balkon en in de tuin kan zaaien en planten. Elk hoofdstuk wordt afgerond met welke dieren je rond die tijd in de natuur kan zien en een tip om zelf iets te maken voor de dieren, zoals een hommelhuis of een rupsenkastje. De tekst is in de jij-vorm geschreven en spreekt dus de lezer rechtstreeks aan. Alles wordt grondig uitgelegd. Vandaar de soms wat overvolle tekstbladzijden. Illustraties zijn er minder en ze zijn vaak nogal klein, verstrooid tussen de tekst. Een tuinkabouter in actie loopt door heel het boek. Het is een vlot geschreven, handig en overzichtelijk boekje voor iedereen die van de natuur houdt! Dit boek was eerder onderdeel van ‘Groene vingers’ van Maarten de Jongh.