Tussen twee vuren
Mariska en Istvan zijn Nederlandse kinderen uit een gemengd huwelijk. Met hun vader spreken ze Hongaars, met hun moeder Nederlands. Vader Pali krijgt op een dag een brief van een goede jeugdvriend uit Roemenië. De kinderen vernemen dat de mensen daar in moeilijke omstandigheden leven. Mariska, die voor de schoolkrant schrijft, brengt door haar bijdrage in die krant een heuse solidariteitsactie op gang. Vanuit dit herkenbare kader, vertrekt de schrijfster om de lezer samen met het hoofdpersonage Mariska een reis te laten ondernemen naar een arm dorp in Roemenië. Ze slaagt erin de lezer niet alleen op reis mee te nemen naar een totaal andere cultuur, doorheen haar verhaal vertelt zij de lezer ook het één en ander over onze Europese geschiedenis. Ze benadert vanuit het standpunt van een zorgeloos opgroeiend meisje een zeer beladen onderwerp als discriminatie en racisme. De moraal wordt er niet vingerdik opgelegd, maar doorheen het beleven van verschillende gebeurtenissen kan de lezer zelf zijn conclusies trekken. Wie al veel weet, kan aan dit boek veel ervaringen vastknopen, wie er nog niet zoveel van af weet maakt met dit boek op subtiele wijze kennis met de verschillen tussen mensen, culturen en samenlevingen, zonder meteen een standpunt te moeten innemen. Ellen Tijsinger hanteert een toegankelijke schrijfstijl en sluit haar hoofdstukken vaak af met een poëtische zin die tot nadenken stemt.