Pietertje Pet gaat met mama en papa naar zee en er mag ook een vriendinnetje mee. Pietertje en Eefje vinden het allebei geweldig in het vakantiehuisje op het strand, want aan zee valt echt heel wat te beleven. Ze kunnen lekker zwemmen in de zee en kastelen bouwen in het zand, ze gaan voetballen en spelen spelletjes of tekenen als het weer wat slechter is. Af en toe komt er ook wel eens ruzie, maar dat is snel bijgelegd en ze verdwalen ook een keertje, maar komen gelukkig gauw terecht. In dit vrolijke vakantieboekje in een aantrekkelijk vierkant meeneemformaat, staan tien eenvoudige verhaaltjes, beginnend met een introductie van Pietertje Pet en eindigend met een ‘welterusten en slaap lekker’. De taal is eenvoudig en gemakkelijk begrijpbaar. De tekst staat op rijm, in verzen van vier lijnen, wat zorgt voor ritme, maar soms is het een beetje geforceerd. De onderwerpen zijn alledaags en vooral herkenbaar en eigenlijk zijn de verhaaltjes wel plezant, hoewel er niets verrassends in zit. Er is ook steeds de kijvende vinger die minstens één keer in elk van de verhaaltje verschijnt: “Pietertje... zó gaat dat niet!” Leuk om mee te dreunen, maar het geheel komt al snel een beetje schools over. De illustraties maken dit een kleurrijk werkje, maar ook hier niets bijzonders en een beetje stereotiep.