Van Aap tot Zip
Dit is een bloemlezing uit het uitgebreide oeuvre van Wim Hofman. De ondertitel zegt duidelijk wat je als (voor-)lezer kunt verwachten: ‘Voorleesverhalen, zelfleesverhalen, beeldverhalen en gedichten en veel tekeningen.’ Humor en tedere gekkigheid zijn de trefwoorden die het best passen bij het werk van Hofman. De samenstellers zijn mensen die heel vertrouwd zijn met kinder- en jeugdboeken en dat merk je aan de selectie. Wat direct opvalt bij het inkijken zijn de zwarte illustraties die echter zelden somber zijn en de vele landkaarten. Op die kaarten staan heel veel details. De figuren in de verhalen lijken vaak onderweg en/of zoekende. Er kunnen de meest bizarre dingen gebeuren zoals sprekende koffiepotten, wandelende tafels ... De beeldverhalen doen denken aan vertelplaten op de kermissen lang geleden. Enkele voorbeelden uit ‘De toren van Babel’ (p. 64) waarin de verhalen uit het Oude Testament zijn samengevat in twee lijntjes en op rijm: "De toren van Babel/ was formidabel" of "De vrouw van Lot keek toch nog om/ Nu is zij een zoutkolom’ en - heel grappig - "Een knappe vrouw zit in een bad/ Wie kijkt er nu door het sleutelgat". Een heel andere toon heeft de ontroerende brief die Stef op p. 38 aan zijn vader schrijft. ‘De storm’ op p. 28 is een apart sinterklaasverhaal en ‘De gevallen Engel’ (p. 148) een zielig grappig kerstverhaal. In de verhalen van Wim Hofman wordt ook heel veel geknutseld.
De verhalen in deze bundel richten zich op een grote groep kinderen, van beginnende lezers tot en met zesdeklassers. Volwassenen zullen de dubbele bodems zeker ook weten de waarderen. De illustraties doen naïef aan, ze doen af en toe aan sommige schilders uit de Cobra-groep denken. Naast tal van andere prijzen kreeg Wim Hofman dit jaar ook de Max Velthuijsprijs. Een leuk en waardevol familieboek!