In de reeks 4 seizoenen handelt 'Van sprookjesbomen tot scharrelaars' over de herfst. Op elke dubbele pagina wordt telkens een ander aspect van de herfst behandeld zoals het stormachtige weer, de herfsttooi van de bomen of de dieren die zich voorbereiden op een winterslaap of die een voedselvoorraad aanleggen. Elk nieuw onderwerp heeft – net als de algemene titel – een origineel en soms wat poëtisch opschrift gekregen: kabouterhuisjes, oranje knotsen, kriebelbeestjes, langslapers ... Korte, informatieve tekstjes begeleiden de illustraties die telkens bestaan uit een combinatie van fotografisch en getekend materiaal. Elk onderwerp wordt afgesloten met een eenvoudige vraag op kleuterniveau. Deze reeks is immers bestemd voor jonge kinderen vanaf drie jaar. De klemtoon ligt op de observatie van wat er in de herfst allemaal te zien en te beleven valt.
De reeks heeft een kleurrijke, aantrekkelijke vorm gekregen en valt op door de combinatie van fotografie en tekeningen. De boekjes kunnen als aanzet dienen om kleuters te laten vertellen over hun eigen beleving van de seizoenen. Een beetje vreemd is wel dat in 'Van sprookjesbomen ...' het oogsten van het graan in de herfst wordt gesitueerd. Dat lijkt eerder iets voor het deeltje over de zomer. Ook de gebruikte terminologie in verband met de graanoogst is wat vreemd: het graan wordt ‘afgeknipt’. Soms zou er ook wat meer informatie mogen worden gegeven: zo waarschuwt de auteur wel voor de stekelige bolsters van de kastanje, maar over de uiterst giftige vliegenzwam wordt enkel gezegd dat hij met zijn rode stippen misschien wel de mooiste paddenstoel is en dat hij lijkt op een kabouterhuisje.